Dit is het onderwaterfort dat eeuwenoude geschiedenis in de rivier de Miño bewaakt
Op een onneembare landtong aan de rivier de Miño, op de helling van de gemeente Chantada, ligt het oude versterkte dorp Castro de Candaz. De resten ervan liggen een groot deel van het jaar onder water in het Belesar-reservoir. Ze komen alleen boven als de rivier laag staat.
Het fort werd volgens een oude traditie gesticht door de Romeinse consul Lucius Camberus, die zich op deze plek terugtrok na zijn nederlaag tegen de Romeinse legioenen tegen de inheemse stammen. Het fort werd gebouwd in een strategisch gebied, ver van andere nederzettingen en met slechts één landtoegang.
Door zijn ligging kon het een veilige haven worden voor zijn inwoners, een werkelijk onneembare enclave dankzij de natuurlijke barrières die het aan alle kanten omringden, behalve in het westen.

Van pre-Romeins fort tot middeleeuws fort
Archeologische overblijfselen en mondelinge overleveringen geven aan dat Candaz zijn oorsprong vindt in de pre-Romeinse tijd. Pas in de middeleeuwen beleefde de vesting een tweede bloeiperiode.
Op de resten van de oude stad werd een fort gebouwd, dat profiteerde van de strategische ligging om de regio te beschermen. In deze periode overleefde het de Normandische invasies, die Chantada verwoestten maar het fort niet konden veroveren. Volgens historicus Manuel Formoso Lamas zocht de lokale adel hier zijn toevlucht en werd gered door de troepen van koning Ramiro I van Asturië.
Het fort liep echter zware schade op tijdens de Grote Irmandiña-oorlog (1467-1469), een sociale opstand die talloze Galicische forten verwoestte. De familie Taboada herbouwde Candaz later, althans gedeeltelijk, en vroeg in 1474 zelfs toestemming om een kapel te bouwen.
De bouw van het stuwmeer van Belesar in het begin van de jaren zestig leidde tot de volledige overstroming van de Castro de Candaz, die het grootste deel van het jaar onder water stond van de Miño.
Dit stuwmeer, het grootste aan de rivier de Miño, overstroomde tot wel 5000 hectare, wat verschillende gemeenten, waaronder Chantada, trof en steden zoals Portomarín van hun plaats deed verdwijnen. Pas wanneer het stuwmeer tot 25% van zijn capaciteit is gedaald, is het mogelijk om het heuvelfort te bezoeken, dat te voet bereikbaar is vanuit het dorp Xillán, via een pad dat door wijngaarden en oerbos loopt.
Volgens de legende bevinden zich daar twee ondergelopen ondergrondse ingangen, die schatten en geheimen zouden kunnen herbergen die nog niet ontdekt zijn.
BRON: Larazon – Hoofdfoto: (Castro Candaz) Adrian Solovio.

