Mogán: De Spaanse stad waar het het hele jaar door zomer is
Laten we onszelf niet voor de gek houden, we hebben er allemaal wel eens van gedroomd om in zo’n paradijs te leven: in januari op een zonnig terras kunnen ontbijten, midden februari op slippers rondslenteren, of het leven voorbij zien gaan zonder dat je een dikke jas nodig hebt. In Mogán, Gran Canaria, is die droom een routine. Hier is de zomer geen seizoen, maar een manier van leven. Het weer bepaalt het ritme, en het resultaat is simpel: lange dagen, een heldere hemel en een constant gevoel van permanente vakantie.
Het beste weer ter wereld!
Zeggen dat het weer in Mogán altijd goed is, is geen overdrijving. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft het uitgeroepen tot een van de plaatsen met het beste klimaat ter wereld. De verklaring ligt in de ligging: het zuidwesten van Gran Canaria geniet van een microklimaat dat wordt beschermd door de bergen, wat het hele jaar door een heldere hemel, weinig regen en milde temperaturen garandeert. Terwijl in andere delen van Europa de thermometers in de winter dalen, ervaart men hier nauwelijks kou.
De cijfers spreken voor zich. Meer dan 300 heldere dagen per jaar en een gemiddelde temperatuur die in de winter zelden onder de 20 graden of in de zomer boven de 26 graden komt. In Mogán kun je de winter het beste doorbrengen met korte mouwen, en de nachten in augustus zijn warm maar niet benauwd. Deze balans maakt het een ideale bestemming voor zowel wie de kou wil ontvluchten als wie extreme hitte wil ontvluchten.

Het Canarische Venetië
Het hart van de gemeente is Puerto de Mogán, ook wel het “Venetië van de Canarische Eilanden” genoemd. Geloof me als ik zeg dat een wandeling door de straten bijna verplicht is, tenminste als je (net als ik) geniet van het doorbrengen van tijd op terrasjes aan zee, kleine winkeltjes vol Canarische sfeer en ansichtkaartwaardige stranden. Het is een van die plekken waar de tijd even stilstaat, en dat wordt in deze tijd gewaardeerd.
Stranden en nog veel meer…
Als we het over het weer hebben, hebben we het onvermijdelijk over stranden. Mogán heeft een aantal van de beroemdste stranden van Gran Canaria . Zoals Playa de Amadores, met goudkleurig zand en turquoise water, waar je heerlijk kunt ontspannen in de puurste Canarische stijl. Of Playa de Puerto de Mogán, klein en gezinsvriendelijk, vlak bij het (prachtige) stadscentrum. En laten we Playa de Taurito niet vergeten, omringd door hotels en met een levendige sfeer, elke dag van het jaar. Wat nog meer? Mogán lijkt alles te hebben!
Maar niet alles in Mogán draait om de zee. Het binnenland van de gemeente verbergt vulkanische bergen, diepe ravijnen en uitkijkpunten met een panoramisch uitzicht over de Atlantische Oceaan. De Veneguera-kloof is een van de populairste wandelroutes, met palmbomen en inheemse flora die contrasteren met het vulkanisch gesteente. Vanaf de hoogte herinnert het uitzicht op de oceaan eraan dat op Gran Canaria natuur en mens altijd binnen een straal van enkele kilometers samenleven.

Een bestemming voor het hele jaar
Mogán is niet afhankelijk van seizoenen; januari kan net zo zomers zijn als juli. Deze consistentie heeft het tot een toevluchtsoord gemaakt voor Noord-Europeanen die midden in de winter de zon zoeken. Velen brengen hier lange periodes door en combineren telewerken, strandtijd en wandelen rond het eiland. Bij het vallen van de avond vullen de terrassen van de haven zich met mensen die de zon achter de horizon zien zakken. Het weer volgt geen kalenders; het is altijd een goed moment om te bezoeken.
Ondanks zijn populariteit heeft Mogán zijn essentie niet verloren. Het historische centrum ademt nog steeds de rust van een dorp in het binnenland, met traditionele huizen, met bloemen gevulde binnenplaatsen en buren die elkaar bij naam begroeten. Deze mix van internationaal toerisme en het lokale leven geeft het een uniek, typisch Canarisch karakter. Het is niet zomaar een zon-en-strandbestemming; het is een plek waar het dagelijks leven met dezelfde kracht klopt als het toerisme.
BRON: Viajar Elperiodico – Hoofdfoto: (Puerto de Mogán) Karsten Höltkemeier.

