Uw herfstuitje: Taüll, het verborgen Pyreneeëndorp dat rechtstreeks uit een sprookje lijkt te komen
Genesteld tussen hoge berglandschappen is de Boí-vallei als een overblijfsel uit de tijd. De ligging en het extreme klimaat hielden de vallei eeuwenlang geïsoleerd, waardoor een gebied met vrijwel intacte natuurlijke en culturele rijkdommen bewaard is gebleven. De acht kleine dorpjes die de gemeente vormen, delen dezelfde bouwstijl: geplaveide straten en stenen en houten huizen met leistenen daken, gebouwd met lokale materialen. Taüll is een van deze kleine en charmante dorpjes – de andere zijn Barruera, de hoofdstad – Cóll, Durro, Erill la Vall, Cardet en Pla de l’Ermita. Met minder dan 300 inwoners is het een van de meest betoverende bestemmingen in de Pyreneeën van Lleida.
In Taüll, onderdeel van het netwerk van charmante dorpen van Europese dorpen – net als Rupit – herbergt elke straat, elke kerk en elke muur een eeuwenoud geheim. De wind hier lijkt verhalen te fluisteren over ridders, kloosters en dorpelingen die al eeuwen in deze bergen wonen.

Kijkend naar de gebouwen, zien we dat veel ervan hun oorspronkelijke structuur behouden hebben. Het zijn huizen met twee verdiepingen, waarvan de begane grond ooit als stal voor dieren en de bovenverdieping als opslagplaats voor stro werd gebruikt; sommige zijn nu omgebouwd tot toeristische accommodaties. Wat bezoekers van Taüll echt intrigeert, zijn de torens van de twee romaanse kerken, die door UNESCO tot werelderfgoed zijn verklaard.
Het onbetwiste juweel is de kerk van Sant Climent de Taüll, gelegen in het lager gelegen deel van het dorp en het meest emblematische werk van de Catalaanse romaanse architectuur. Hoeveel portalen moet deze wel niet hebben gesierd! Gebouwd in de 12e eeuw in Lombardische stijl, domineert de slanke klokkentoren met meerdere verdiepingen de vallei. De fresco’s die er ooit op te zien waren, zijn niet meer origineel; binnenin reconstrueert een videomapping die van de apsis, waar de beroemde Pantocrator weer schittert, precies zoals de middeleeuwse meesters hem bedachten.

Een paar meter verderop, op het centrale plein, zien we de kerk van Santa Maria de Taüll, een intiemere versie van dezelfde romaanse stijl, met een interieur dat uitnodigt tot stilte. De klokkentoren heeft één verdieping minder dan Sant Climent en de muurschilderingen die ooit het interieur sierden, zijn verdwenen; de zichtbare werken zijn reproducties; de originelen bevinden zich in het Nationaal Kunstmuseum van Catalonië.
Vanaf het uitkijkpunt Santeta, op slechts 10 minuten lopen, kun je het ruige silhouet van de Boí-vallei bewonderen, bezaaid met andere romaanse kerken: Sant Joan de Boí, Santa Eulàlia de Erill la Vall en Santa Maria de Durro, elk met zijn eigen geschiedenis en klokkentoren die tot in de hemel reikt. Het is een uniek ensemble in Europa, een bewijs van de artistieke en spirituele pracht die hier bijna duizend jaar geleden bloeide. Er is een combiticket beschikbaar waarmee je meerdere kerken kunt bezoeken (toegang tot Santa Maria de Taüll is gratis).

Maar Taüll leeft niet alleen van zijn verleden. Het nabijgelegen Nationaal Park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici biedt wandelpaden die door bergen, rivieren en gletsjermeren slingeren. Vanuit Boí vertrekken offroadtaxi’s naar de Planell d’Aigüestortes, waar het water tussen berken en sparren kronkelt. Routes naar Estany Llong of de meren van Gémena bieden een onderdompeling in de puurste natuur van de Pyreneeën.
Als de avond valt, voelt de terugkeer naar Taüll als een beloning. De restaurants in het dorp serveren gegrild vlees, trinxat (een traditioneel Catalaans gerecht), ambachtelijke worsten en honing uit de bergen.
BRON: HOLA – Hoofdfoto: (Iglesia de Sant Climent de Taüll) Enrica.

